Fractievoorzitter van coalitiepartij CDA, Kevin Stephan, snapt de verbaasde reactie van het circuit wel over de invoering van een vermakelijkheidsbelasting op tickets voor de Formule 1. Hij geeft aan dat mogelijk onderling verstoorde verhoudingen tussen de gemeente en het circuit tot dit verzet leiden. Maaike Koper (PvdA) reageert dat de invoering van deze taks al lang genoeg boven de markt hangt en vindt dat het daarom geen verrassing kan zijn.
Die reactie geven zij tegenover de redactie van Zandvoort Inside na berichtgeving in de Telegraaf over frictie tussen wethouder Peter Kramer en het circuit. De inzet van het college om vermakelijkheidsbelasting op tickets voor de Dutch Grand Prix te gaan heffen zorgt voor weerstand bij de organisatie.
Kostendekkend
Er zijn in aanloop naar de terugkomst van het formule 1 evenement afspraken gemaakt tussen de organisatie en de gemeente over de eerste vier jaar van het evenement. De zogeheten samenwerkingsovereenkomst. Een onderdeel daarvan had onder meer een belasting verhoging op tickets moeten betreffen. Maar die plannen kwamen toen, in 2019, te laat.
Er is vervolgens in voorjaar 2021 een amendement ingediend door Belinda Göransson (destijds VVD nu OPZ) om het college toch nadrukkelijk op te roepen om de verhoging van de toeristenbelasting in elk geval door te voeren als dekking voor gemeentelijke kosten voor het F1-project. Daarnaast werd ook gevraagd naar een vermakelijkhedenretributie op toegangskaarten. Dit stuk werd aangenomen.
Dit zou dan vanaf de 4e editie moeten gaan gelden. Met de donderdagochtend bevestigde 2024 en 2025 op de F1-kalender, lijkt nu de weg vrij voor de doorvoering van deze financiële maatregel. In een reactie in het Telegraaf artikel op de uitspraken van het circuit maakt wethouder Kramer duidelijk dat voorop staat dat inwoners van Zandvoort niet in hun portemonnee moeten worden geraakt door de organisatie van het formule 1 evenement. De invoering van de taks zit volgens hem exploitatie van de Dutch Grand Prix niet in de weg.
Voor Maaike Koper (PvdA) komt de opstelling van het circuit enigszins als een verrassing. Naar haar beleving is de wens vanuit de vorige raad, om werk te maken van de belasting, duidelijk genoeg middels het amendement van voorjaar 2021. “Logisch dat de huidige coalitie dit vanaf het begin heeft omarmd en hun wethouder deze opdracht hebben meegegeven.”
Coalitie-afspraken
Kevin Stephan (CDA) snapt wel dat het circuit verbaasd is dat het voornemen om een extra belasting op tickets te heffen nu komt. “Daarbij denk ik dat de vorm van het amendement uit 2021, dat deze insteek zou bevestigen, te vaag is om daarop verder te bouwen.” Hij weerspreekt ook de bewering dat als vanzelfsprekend kan worden gezien dat dit al langer expliciet bekend is bij dé gesprekspartner voor de F1. “Bovendien is de overeenkomst destijds voor vier jaar gesloten en met het voornemen om daarna verder te kijken naar nieuwe afspraken.”
De CDA fractievoorzitter zegt dat de coalitieonderhandelingen van voor de zomer de F1-financiën een niet onbelangrijk onderwerp van gesprek waren. Belangrijk resultaat voor het CDA daaruit was dat de invoering van een vermakelijkheidsbelasting uitsluitend als kostendekkend moet fungeren. “Het is nooit de bedoeling dat de gemeentekas hier nog extra op gaat verdienen.”
Informeren
Kevin Stephan zegt er dan ook wel voldoende vertrouwen in te hebben dat de opdracht aan de wethouder hierom helder is en conform de afspraken in het coalitieakkoord wordt gehandeld. Wel zegt hij zich zorgen te maken over de onderlinge verhoudingen tussen het college en het circuit. “In hoeverre ik de situatie kan beoordelen vanaf een afstand, is de kwalificatie ‘verstoord’ niet onredelijk.”
Ook Koper leest het stuk als twee partijen die de hakken in het zand lijken te zetten. Nu dit blijkt vindt zij het dan ook jammer dat het college niet eerder de raad hierover heeft geïnformeerd. “Zo’n discussie via een landelijke krant is echt onwenselijk.”
Stephan ziet geen risico voor de toekomst van de formule 1 in Zandvoort. Maar stelt wel dat het opstellen van een samenwerkingsovereenkomst op den duur voor problemen kan gaan zorgen. “Een indirect risico kan het uiteindelijk wel zijn als het neer komt op organisatorische afspraken zoals bijvoorbeeld de beveiliging. Het is zaak dat daarom een mogelijk stroeve relatie snel weer op de rit komt.”
