Nadat de volksvertegenwoordigers dinsdagavond gezamenlijk hadden gegeten, opende Ralf Endstra als voorzitter om 19.30 uur de commissievergadering. Het beloofde een lange avond te worden met nagenoeg alle hoofdpijndossiers op de agenda.
De vergadering begon enigszins rommelig, met een discussie over de indeling van de agenda. Het college had de commissie verzocht om de brief over de locatiekeuze AZC ter bespreking te agenderen, maar daar stond niet iedereen om te springen. Alleen PvdA, GroenLinks en D66 wilde het behandelen. De coalitie plus PVV en ZEE verzette zich tegen behandeling, waardoor het gesprek over de AZC locatie wederom vooruit werd geschoven.
Reden voor deze partijen vooral is om af te wachten op de landelijke ontwikkelingen rondom het aannemen van de spreidingswet. Volgens onder meer ZEE en OPZ zou er op 11 juli in de raadsvergadering besloten moeten worden om niet te besluiten over een locatie tot dat deze wet erdoorheen is.
Als tweede punt van discussie kwam de agendering van een brief van OBZ naar voren over het vernieuwde parkeerbeleid. De belangenorganisatie voor ondernemers uit grote zorgen en vreest een parkeerinfarct door de aanpassingen die komende zaterdag ingaan. Jong Zandvoort zat niet te wachten op behandeling van deze brief en wilde in elk geval meer kanten van het verhaal betrekken bij de discussie.
“Het verzoek tot agendering kwam bovendien vandaag laat binnen, ik heb me daarom niet kunnen voorbereiden en naast ondernemers hebben inwoners niet de kans gehad om zich als inspreker aan te melden”, aldus Jerry Kramer. Belinda Göransson opperde dat zij nu ‘uit de losse pols’ de brief zou moeten behandelen.
Onder meer PvdA wees erop dat vorige week tijdens de raadsvergadering het verzoek tot agendering al gedeeld is met de raad en er dus wel degelijk op voorbereid had kunnen worden. Uiteindelijk werd het onderwerp, met goedkeuring van een meerderheid, toch geagendeerd bovenaan de agenda.
Minder plek
Hotelier Tom van der Veen, de verzender van de brief namens OBZ, uitte opnieuw zorgen over het prijsbeleid op straat. De balans tussen de toerist en inwoner is volgens hem een scheve verhouding geworden. Van der Veen betoogde verder niet de door de wethouder vaak genoemde 5.000 goedkope parkeerplekken, maar slechts 3.000 plekken te tellen. “Een aanzienlijk verschil, waar dringend naar gekeken dient te worden.” Daarnaast gaf hij aan de communicatie vanuit de gemeente storend te vinden. “Zoals de posters door het dorp met daarop de tekst dat toeristen niet in woonwijken parkeren.” Van der Veen schetste verder de risico’s van zoekverkeer dat volgens hem voor chaotische situaties kan zorgen.
Ook Clementine Lentink van Logies Zandvoort sprak in. Zij verzette zich stevig tegen het ‘ineens’ intrekken van meerdaagse kaarten in de LDC garage. “Daarbij werkt de reservering vanuit het buitenland slecht en klopt de zonering in bepaalde gebieden niet.” Lentink benadrukte hoe afhankelijk Zandvoort is van de (verblijfs)toeristen. “Dan is het ook passend om woonwijken, waar mogelijk, in te zetten voor toeristen parkeren.”
In zijn beantwoording erkende wethouder Martijn Hendriks de problemen die door de insprekers werden geschetst. “Zo moet het parkeerroutesysteem nog veel beter en meer, maar die stappen worden wel gezet.” Voor de balans tussen ondernemers en inwoners verwees de wethouder naar de evaluatie uitkomsten van januari, waaruit bleek dat een grote overlast in de woonwijken werd ervaren van toeristen en dat daarom voor extra ontmoedigingsbeleid is gekozen. Over het volgens OBZ veel lager aantal goedkope parkeerplekken heeft Hendriks geen antwoord klaar, maar hier komt hij schriftelijk op terug.
Met het gevaar dat de hele parkeerdiscussie weer over wordt gedaan, leefde het idee bij sommige partijen om toch nog eens uitgebreid over de risico’s en gevolgen van het aangepaste parkeerbeleid te praten. Onder meer eenpitters D66, GroenLinks en PvdA pleitten ervoor om toch te kijken naar een betere prijsdifferentiatie (prijsverschillen) tussen wijken. De coalitiepartijen waren hier wat terughoudend in. Hoewel Jong Zandvoort wel aangaf opnieuw in gesprek te willen gaan met ondernemers over oplossingen voor problemen die zij nu voorzien.
Voorjaarsnota
Nadat het jaarverslag van afgelopen jaar werd behandeld, stond ook meteen de aanpassingen op de begroting van dit jaar op de agenda, namelijk de voorjaarsnota. Hier volgde, zoals gebruikelijk op het thema financiën, een uitvoerige discussie over. Veel partijen prezen wethouder Gert-Jan Bluijs voor het behoedzaam begroten, waardoor er nu 5 miljoen over lijkt te zijn. Sommige partijen grepen dit feit aan om nog eens naar de haalbaarheid van ambities te kijken of dat de mate van investeringen wel voldoende is.
Waar de meeste consternatie over ontstond is de extra uitgetrokken ruim 150.000 euro voor het afsluiten van de Haltestraat in het zomerseizoen. Verantwoordelijk wethouder Carree moest in zijn beantwoording toegeven dat het bij de begrotingsbehandeling in november 2022 niet is gelukt om dit bedrag op te nemen, waardoor nu alsnog de kosten zijn opgenomen. Carree zei bovendien voornemens te zijn om structureel te begroten voor de afsluiting van de Haltestraat. Dit riep bij meerdere coalitiepartijen vraagtekens op. “Dat staat niet zo in het coalitieakkoord”, stelde Kevin Stephan (CDA).
Als tweede belangrijkste punt uitten partijen breed de zorg dat de belastingcapaciteit niet optimaal gebruikt lijkt te worden. Wethouder Bluijs gaf in zijn beantwoording aan dit ook als een uitdaging te zien, maar ook dat hij bezuinigen niet uitgesloten heeft als optie om begrotingstekorten over een paar jaar te dichten.
De commissie debatteerde tot na middernacht nog door over de voorjaarsnota, die logischerwijs als bespreekstuk terugkomt in de raadsvergadering van 11 juli. Voor de resterende agendapunten, waaronder het plan voor Nieuw Noord en de vermakelijkheidsbelasting, zijn de politici woensdagavond 28 juni verder gegaan.
